direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Rollerskatebaan Dronten (9063)
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.9063-0ONH

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
  • c. perifere detailhandel in ABC-goederen;
  • d. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel perifeer”;
  • e. horeca, ter plaatse van de aanduiding “horeca”;
  • a. sport- en recreatieve doeleinden in de vorm van een skeelerbaan;
  • b. sportgebonden detailhandel;
  • c. speelvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. verblijfsdoeleinden;
  • f. verkeersdoeleinden.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zullen uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 14,00 m bedragen.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een silo's zal ten hoogste 20,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, met uitzondering van bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van:
    • 1. productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
    • 2. perifere detailhandel in ABC-goederen;
    • 3. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel perifeer”;
    • 4. sportgebonden detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor perifere detailhandel zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte per detailhandelsbedrijf minder bedraagt dan 1000 m²;
  • d. het gebruik van gebouwen als bedrijfswoning;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding “horeca”.
3.4.2 Toegestaan gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken, in overeenstemming met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het eenmalig, al dan niet periodiek gebruik van de gronden voor evenementen, zodanig dat:
    • 1. het aantal skeelerwedstrijden ten hoogste 18 per jaar bedraagt;
    • 2. het aantal overige evenementen ten hoogste 15 per jaar bedraagt;
    • 3. de gronden en bouwwerken niet langer dan 27 dagen per jaar worden gebruikt voor skeelerwedstrijden, met dien verstande dat hierbij werkzaamheden in het kader van opbouwen en afbreken niet worden meegerekend;
    • 4. de gronden en bouwwerken niet langer dan 34 dagen per jaar worden gebruikt voor overige evenementen, met dien verstande dat hierbij werkzaamheden in het kader van opbouwen en afbreken niet worden meegerekend.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.4.1 sub b in die zin dat bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd;
    • 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
  • b. het bepaalde in lid 3.4.1 sub b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die zijn genoemd in Bijlage 1 onder categorie 3.2 dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.1, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
    • 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in lid 3.4.1 sub b in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor perifere detailhandel plus dan wel detailhandel in outdoor-, sport-, hobby-, media-, antieken kunstartikelen, mits:
    • 1. deze vrijstellingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast in het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “perifere detailhandel toegestaan”;
    • 2. de verkoopvloeroppervlakte per detailhandelsbedrijf ten minste 1000 m² zal bedragen;
  • d. het bepaalde in lid 3.4.1 sub c in die zin dat minimale verkoopvloeroppervlakte per detailhandelsbedrijf wordt verkleind.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk

wordt gedaan aan de milieusituatie, het plan wijzigen in die zin dat:

  • de aanduiding “horeca” wordt verwijderd, indien:
    • 1. de betreffende bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd.