direct naar inhoud van Artikel 3: Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Swifterbant - Centrum (6070)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.6070-0ONH

Artikel 3: Bedrijf

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede voor een mechanisatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf' met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven, met dien verstande dat indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG', een verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG is toegestaan;

en mede bestemd voor:

  • b. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een risicovol object, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. verblijfsdoeleinden;
  • e. verkeersdoeleinden;
  • f. het wonen in de vorm van bedrijfswoningen.
3.2. Bouwregels
3.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er zal uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. er mogen ten hoogste twee bedrijfswoningen worden gebouwd;
  • c. de bedrijfswoningen mogen uitsluitend gebouwd worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf';
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning zal ten hoogste 500 m³ bedragen;
  • e. de goot- en/of bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en/of bouwhoogte bedragen.
3.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf' mogen buiten het bouwvlak geen overkappingen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
3.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4. Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat-en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2.2. sub a en toestaan dat buiten het bouwvlak overkappingen mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. uitsluitend wordt gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf';
    • 2. de overkappingen aan de bedrijfsgebouwen worden gebouwd.
3.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel in motorbrandstoffen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG';
  • b. het gebruik van de gronden als opslagpunt voor LPG ten behoeve van een verkooppunt van motorbrandstoffen, indien ter plaatse niet is voorzien in de aanduiding 'opslag';
  • c. het gebruik van de gronden als vulpunt voor LPG ten behoeve van en verkooppunt van motorbrandstoffen, indien ter plaatse niet is voorzien in de aanduiding 'vulpunt LPG'.
3.6. Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 3.1. sub a en toestaan dat bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. het bepaalde in lid 3.5. sub a en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor productiegebonden detailhandel.