Artikel 9 Algemene ontheffingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels ontheffing kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
-
a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 65 m² en een maximale hoogte van 3,5 meter alsmede van andere bouwwerken, met een maximale hoogte van negen meter ten dienste van het openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen, kunstwerken, lichtmasten en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, zulks met uitzondering van gasdrukregel- en gasdrukmeetstations en verkooppunten van motorbrandstoffen;
-
b. het bouwen van andere bouwwerken, die om waterstaatkundige of verkeersredenen noodzakelijk zijn, zoals duikers, keermuren en verkeergeleiders;
-
c. het in geringe mate aanpassen van het plan, hetzij om enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens, een bebouwingsgrens, een weg of dergelijke te veranderen, hetzij om ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan aan te passen, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt dat deze verandering of aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is.