Plan: | Dronten - Mechanisch Erfgoed Centrum (2031) |
---|---|
Status: | geconsolideerde versie |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0303.2031-ONH1 |
Hieronder wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen behorend bij dit bestemmingsplan.
Voor het terrein van het Mechanisch Erfgoed Centrum (MEC) is de bestemming "Cultuur en ontspanning" opgenomen. Binnen deze bestemming zijn functies en bebouwing mogelijk ten behoeve van het mechanisch erfgoed centrum. Dit betreft onder andere informatie-, expositie- en stallingsruimte, ambachtelijke bedrijvigheid, bijbehorende detailhandel, ondergeschikte administratieve ruimten en ondergeschikte horeca. Ter plaatse van de aanduiding "horeca" is een horecabedrijf mogelijk met een vloeroppervlakte van maximaal 500 m2.
De bebouwing van het MEC dient binnen de bouwvlakken te worden opgericht.
De bebouwing heeft in beginsel een maximale hoogte van 12 meter. Voor het hoofdgebouw (het meest zuidelijkste gebouw) geldt een bijzondere architectuur en vormgeving, daarom is voor dit gebouw sprake van een maximale hoogte van 20 meter. Voor de uitkijktoren geldt vanwege het gewenste goede zicht op het polderconcept een maximale hoogte van 65 meter. De toren is uitsluitend mogelijk ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - toren".
Op het terrein van het MEC is één bedrijfswoning toegestaan. De locatie van deze bedrijfswoning is aangeduid. Uit akoestisch onderzoek (zie paragraaf 4.4) is gebleken dat de bouw van de bedrijfswoning op deze plek mogelijk is. Voor de toegestane maatvoering is aansluiting gezocht bij de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied".
Voor het expo terrein is een aanduiding opgenomen en de ligging van de geconcentreerde parkeergelegenheid is weergegeven met de aanduiding "parkeerterrein". In de regels is het mogelijk dat ook elders op het terrein parkeer- en stallingsmogelijkheden in gebruik worden genomen.
De Lage Vaart is opgenomen met de bestemming "Water". Deze watergang heeft een belangrijke waterhuishoudkundige functie. Daarnaast heeft de watergang een functie voor de natuur.
Op de verbeelding is de aanduiding "ligplaats" opgenomen voor een locatie met twee ligplaatsen. Deze ligplaatsen zijn uitdrukkelijk niet bedoeld voor een woonschip en voor het innemen van de ligplaatsen zal toestemming van de waterbeheerder moeten worden verkregen. De bestemming "Water" maakt recreatief medegebruik mogelijk, dit betreft onder andere het pontje tussen het terrein en de overzijde van de Lage Vaart. Ook voor de realisatie van het pontje is toestemming nodig van de waterbeheerder. Binnen de bestemming "Water" mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De bosgebieden zijn bestemd als "Natuur". De bestemming is er op gericht om de bestaande landschappelijke en natuurwaarden in stand te houden. Voor het bepalen van de contouren van de bosgebieden is gebruikt gemaakt van de GBKN-ondergrond en van luchtfoto’s. Hiermee is de feitelijke situatie bestemd. Voor diverse werkzaamheden die de natuurfunctie kunnen schaden, is een omgevingsvergunning nodig. In het bosgebied zijn speelvoorzieningen en andere recreatieve bouwwerken mogelijk van ten hoogste 4 meter. Voor de wadi is de aanduiding "specifieke vorm van natuur - wadi" opgenomen.
Voor de gebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur geldt tevens de dubbelbestemming "Waarde - Ecologie". Naast de andere voorkomende bestemmingen zijn deze gronden bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de gronden ten behoeve van de instandhouding en realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur.
In verband met de ligging van het onderstation is de daarmee samenhangende geluidszone in het bestemmingsplan opgenomen. Met de aanduiding "geluidzone - industrie" is een regeling opgenomen voor beperkingen van geluidgevoelige objecten. De bedrijfswoning valt buiten deze zone.