12.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor:
-
1. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
-
2. de opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
-
3. het opslaan van gebruiksklare of gebruiksonklare voer-, vaar- of vliegtuigen of onderdelen hiervan;
-
4. risicovolle inrichtingen;
-
5. prostitutiedoeleinden.
-
b. gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor activiteiten die vallen onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.