Inhoud                                                                                                     Blz.

 

HOOFDSTUK 1        Inleidende regels   1

Artikel 1                 Begrippen  1

Artikel 2                 Wijze van meten  4

HOOFDSTUK 2        bestemmingsregels   5

Artikel 3                 Gemengd-1  5

Artikel 4                 Gemengd-2  7

Artikel 5                 Gemengd-3  8

Artikel 6                 Natuur 9

Artikel 7                 Verkeer 11

HOOFDSTUK 3        Algemene REGELS   12

Artikel 8                 Antidubbeltelregel 12

Artikel 9                 Algemene gebruiksregels  12

Artikel 10               Algemene ontheffingsregels  12

Artikel 11               Algemene procedureregel 13

Artikel 12               Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening  13

HOOFDSTUK 4        OVERGANGS- EN SLOTREGELS   14

Artikel 13               Overgangsrecht 14

Artikel 14               Slotregel 15

 

 


HOOFDSTUK 1                   Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

Artikel 1                   Begrippen

1.1                   Plan:

het bestemmingsplan landgoed Roggebotstaete - plan De Voorde (8080) van de gemeente Dronten.

1.2                   Bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0303.ROGGEBOTSTAETE-0ONH.

1.3                   Aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4                   Aanduidingsvlak:

een op de verbeelding aangegeven vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.

1.5                   Bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.6                   Bebouwingspercentage:

een op de plankaart of in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.7                   Begane grond:

een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,20 meter boven peil ligt.

1.8                   Bestaand:

a. bij bouwwerken: zoals die zijn of rechtens mogen zijn op het tijstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

b. bij gebruik: zoals dat is of rechtens mag zijn op het tijdstip dat het plan rechtskracht verkrijgt.

1.9                   Bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10                   Bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11                   Bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.12                   Bouwlaag:

doorlopend gedeelte van een van een gebouw dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder, met dien verstande dat een souterrain of kelderverdieping niet als bouwlaag wordt beschouwd indien de bovenkant van de vloer waarmee het souterrain wordt afgedekt maximaal 1,20 meter boven peil ligt.

1.13                   Bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels  zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.14                   Bouwperceelgrens

De grens van een bouwperceel.

1.15                   Bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee  gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.16                   Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.17                   Congres:

grote vergadering of bijeenkomst van deskundigen op een bepaald vakgebied.

1.18                   Cultuur:

activiteiten en/of bijeenkomsten waarbij kunst, wetenschap, religie en gelijksoortige voortbrengselen van een gemeenschap centraal staan.

1.19                   (Dag)recreatief medegebruik:

een (dag)recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.

1.20                   Dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.21                   Educatie:

activiteiten en/of bijeenkomsten waarbij onderwezen of opgevoed wordt.

1.22                   Gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.23                   Gezondheidszorg:

materiële en immateriële zorg voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van de mens.

 

1.24                   Hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn functie, indeling en/of afmetingen, als het belangrijkste valt aan te merken.

1.25                   Kantoor:

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan of geholpen.

1.26                   Overnachtingsaccommodatie:

gebouw of onderdeel van een gebouw waarin deelnemers en/of bezoekers van professioneel georganiseerde activiteiten en/of aangeboden diensten kunnen overnachten, daaronder begrepen congressen, educatieve en/of culturele bijeenkomsten en zorgverlening.

1.27                   Peil:

a. bij ligging op een afstand van minder dan 10 meter uit de as van de weg: de kruin van de weg;

b. bij ligging anderszins: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.

1.28                   Restauratieve voorziening:

gebouw of onderdeel van een gebouw waarin maaltijden en/of dranken worden verstrekt voor consumptie ter plaatsen en dat ten dienste staat van de uitoefening van professioneel aangeboden diensten, daaronder begrepen de organisatie van congressen, educatieve en/of culturele bijeenkomsten en zorgverlening.

1.29                   Seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.30                   Woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.31                   Woning ten behoeve van educatie:

een woning, bedoeld voor deelnemers aan activiteiten en/of bijeenkomsten waarbij onderwezen of opgevoed wordt.

1.32                   Zorgwoning:

woning geschikt voor mensen met een intensieve zorgvraag.

 

 

 

 

 

Artikel 2                   Wijze van meten

2.1                   Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1.1                   oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.1.2                   inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels ( en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.1.3                   goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.1.4                   (bouw)hoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.1.5                   de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens:

tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend bouwwerk, waar die afstand het kleinst is.

2.2                   Bij de toepassing van het bepaalde in artikel 2.1 worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt.


HOOFDSTUK 2                   bestemmingsregels

Artikel 3                   Gemengd-1

3.1                   Bestemmingsomschrijving

3.1.1                   De op de plankaart voor "Gemengd-1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.          educatie;

b.          congressen;

c.          cultuur;

 

Met daaraan ondergeschikt:

d.          kantoor ten behoeve van educatie, congressen en cultuur;

e.          overnachtingsaccommodatie ten behoeve van educatie, congressen en cultuur;

f.           restauratieve voorziening ten behoeve van educatie, congressen en cultuur;

g.          water;

h.          groenvoorzieningen;

i.            tuinen;

j.            voetpaden;

k.          parkeervoorzieningen;

l.            nutsvoorzieningen;

 

Met de daarbij behorende:

m.        gebouwen;

n.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.1.2                   De gronden die op de plankaart zijn voorzien van de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone- Dijk" zijn bestemd tot vrijwaringszone van de nabij gelegen dijk.

3.2                   Bouwregels

3.2.1                   Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1.1 omschreven doeleinden.

3.2.2                   Ter plaatse van de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone- Dijk" mag niet gebouwd worden.

3.2.3                   Voor het bouwen van gebouwen op de in lid 3.1.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.          het bestemmingsvlak mag voor maximaal 24% bebouwd worden;

b.          de bouwhoogte mag voor 14% van het bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 20 meter;

c.          de bouwhoogte mag voor 10% van het bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 10 meter.

3.2.4                   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de in lid 3.1.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.          de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;

b.          de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.

3.3                   Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.2.2 ten behoeve van bouwen in de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone-Dijk", mits de verantwoordelijke waterbeheerder betrokken wordt bij het bouwen.


Artikel 4                   Gemengd-2

4.1                   Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor "Gemengd-2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      educatie;

b.      congressen;

c.      cultuur;

 

Met daaraan ondergeschikt:

d.      kantoor ten behoeve van educatie, congressen en cultuur;

e.      overnachtingsaccommodatie ten behoeve van educatie, congressen en cultuur;

f.       restauratieve voorziening ten behoeve van educatie, congressen en cultuur;

g.      water;

h.      groenvoorzieningen;

i.        tuinen;

j.        voetpaden;

k.      parkeervoorzieningen;

l.        nutsvoorzieningen;

 

Met de daarbij behorende:

m.    m. gebouwen;

n.      n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2                   Bouwregels

4.2.1                   Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 4.1 omschreven doeleinden.

4.2.2                   Voor het bouwen van gebouwen op de in lid 4.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.      het bestemmingsvlak mag voor maximaal 24% bebouwd worden;

b.      de bouwhoogte mag voor 7% van het bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 15 meter;

c.      de bouwhoogte mag voor 17% van het bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 10 meter.

4.2.3                   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de in lid 3.1.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.      de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;

b.      de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.


Artikel 5                   Gemengd-3

5.1                   Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor "Gemengd-3" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      gezondheidszorg;

b.      cultuur;

c.      educatie;

d.      zorgwoningen;

 

Met daaraan ondergeschikt:

e.      dienstwoningen;

f.       woningen ten behoeve van educatie;

g.      water;

h.      groenvoorzieningen;

i.        tuinen;

j.        voetpaden;

k.      parkeervoorzieningen;

l.        nutsvoorzieningen;

 

Met de daarbij behorende:

m.    m. gebouwen;

n.      n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2                   Bouwregels

5.2.1                   Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 5.1 omschreven doeleinden.

5.2.2                   Voor het bouwen van gebouwen op de in lid 5.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.      het bestemmingsvlak mag voor maximaal 19% bebouwd worden;

b.      de bouwhoogte mag voor 8% van het bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 15 meter;

c.      de bouwhoogte mag voor 11% van het bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 10 meter;

d.      het aantal dienstwoningen mag niet meer dan 5 bedragen.

5.2.3                   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de in lid 3.1.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.      de oppervlakte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 200 m2;

b.      de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;

c.      de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.

5.3                   Gebruiksregel

 

Ten aanzien van het zwembad geldt de volgende gebruiksregels:

a.       het zwembad dient uitsluitend ten behoeve van de gezondheidszorg, zoals bedoeld in artikel 5.1, sub a.


Artikel 6                   Natuur

6.1                   Bestemmingsomschrijving

6.1.1                   De op de plankaart voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.          het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarde van de gronden;

 

Met daaraan ondergeschikt:

b.          wegen en paden;

c.          groenvoorzieningen;

d.          tuinen;

e.          openbare nutsvoorzieningen;

f.           water;

g.          dagrecreatief medegebruik;

h.          educatief medegebruik;

 

Met de daarbij behorende:

i.            gebouwen;

j.            bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

k.          werken, geen bouwwerken zijnde.

6.1.2                   De gronden die op de plankaart zijn voorzien van de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone- Dijk" zijn bestemd tot vrijwaringszone van de nabij gelegen dijk.

6.2                   Bouwregels

6.2.1                   Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 6.1.1 omschreven doeleinden.

6.2.2                   Ter plaatse van de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone- Dijk" mag niet gebouwd worden.

6.2.3                   Voor het bouwen van gebouwen, op de in lid 6.1.1 omschreven gronden, gelden de volgende regels:

a.          er is 1 gebouw toegestaan ten behoeve van beheer en onderhoud;

b.          de bouwhoogte van het gebouw mag niet meer dan 10 meter bedragen;

c.          de oppervlakte van het gebouw mag niet meer dan 250 m2 bedragen.

6.2.4                   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de in lid 6.1.1 omschreven gronden geldt de volgende regel:

a.          de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.

6.3                   Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.2.2 ten behoeve van bouwen in de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone-Dijk", mits de verantwoordelijke waterbeheerder betrokken wordt bij het bouwen.

6.4                   Gebruiksregels

6.4.1                   Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

6.4.2                   Tot een Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.4.1 wordt in ieder geval gerekend:

a.          het gebruik van gronden en bouwwerken voor militaire oefening;

b.          het gebruik van gronden voor het beproeven van motorvoertuigen, het beoefenen van de motorsport en de modelvliegsport;

c.          het gebruik van gronden buiten daarvoor als zodanig aangelegde terreinen voor sport-, wedstrijd- en speelterrein, parkeerterrein, lig- en speelstrand en zwemgelegenheid;

d.          het gebruik van gronden voor de opslag van grond en bodemspecie;

e.          het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

6.5                   Aanlegvergunning

6.5.1                   Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.          het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en paden;

b.          het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen dan genoemd onder b;

c.          het ontgronden, afgraven, ophogen, egaliseren of diepploegen van gronden en het scheuren van grasland;

d.          het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;

e.          het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het educatief medegebruik;

f.           het wijzigen van de grondsamenstelling of het aanbrengen van voorzieningen, waaronder afschermende materialen, ten behoeve van de aanleg van paardrijbakken;

g.          het graven, vergraven of dempen, verdiepen of verbreden van sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;

h.          het aanbrengen van drainage;

i.            het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of communicatieleidingen.

6.5.2                   Het in lid 6.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

a.          het normale onderhoud betreffen;

b.          reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

6.5.3                   De in lid 6.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarde van de gronden.


Artikel 7                   Verkeer

7.1                   Bestemmingsomschrijving

7.1.1                   De op de plankaart voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

a.       de verkeersafwikkeling;

b.       verblijfsgebied;

c.       voet- en fietspaden;

d.       parkeervoorzieningen;

e.       ondergrondse rioolwaterpersleiding;

 

alsmede voor:

f.        bermen en groenvoorzieningen;

g.       water;

h.       nutsvoorzieningen;

 

met de daarbij behorende:

i.         gebouwen, zoals abri's;

j.         bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

7.1.2                   De gronden die op de plankaart zijn voorzien van de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone- Dijk" zijn bestemd tot vrijwaringszone van de nabij gelegen dijk.

7.2                   Bouwregels

7.2.1                   Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 7.1.1 omschreven doeleinden.

7.2.2                   Ter plaatse van de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone- Dijk" mag niet gebouwd worden.

7.2.3                   Voor het bouwen van gebouwen op de in lid 7.1.1 omschreven gronden gelden de volgende regels:

a.          de oppervlakte van een gebouw mag ten hoogste 6 m2 bedragen;

b.          de hoogte van een gebouw mag ten hoogste 3 meter bedragen;

7.2.4                   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt naast het bepaalde in lid 7.2.1 de volgende regel:

a.          de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 8 meter bedragen.

7.2.5                   Ten aanzien van parkeervoorzieningen geldt dat minimaal 150 parkeerplaatsen aangelegd dienen te worden.

 

7.3                   Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 7.2.2 ten behoeve van bouwen in de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone-Dijk", mits de verantwoordelijke waterbeheerder betrokken wordt bij het bouwen.

 


HOOFDSTUK 3                   Algemene REGELS

Artikel 8                   Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 9                   Algemene gebruiksregels

9.1                   Gebruiksverbod

Onder verboden gebruik als bedoeld in art. 7.10 Wro wordt in elk geval verstaan:

a.          een gebruik van gronden als stort- en/ of opslagplaats van grond en / of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

b.          een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 10                   Algemene ontheffingsregels

10.1                   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:

a.          in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, percentages en afstandseisen waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, percentages en afstandseisen;

b.          de planregels en toestaan dat bouwgrenzen c.q. bestemmingsgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 1 meter, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;

c.          de planregels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter.

 

10.2                   Ontheffing als bedoeld in artikel 10.1 kan slechts worden verleend, met  inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

a.          het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad;

b.          geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

c.          geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.


 

Artikel 11                   Algemene procedureregel

Bij toepassing van een ontheffing ingevolge dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.

Artikel 12                   Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening zoals deze gelden ten tijde van de terinzagelegging van dit plan, ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve voor de volgende onderwerpen:

a.          de richtlijnen voor de verlening van vrijstelling van de stedenbouwkundige regels;

b.          de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;

c.          de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

d.          de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;

e.          de ruimte tussen bouwwerken.

 


HOOFDSTUK 4                   OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 13                   Overgangsrecht

13.1                   Overgangsrecht bouwwerken

13.1.1                   Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a.      gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b.      na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

13.1.2                   Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

13.1.3                   Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

13.2                   Overgangsrecht gebruik

13.2.1                   Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

13.2.2                   Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

13.2.3                   Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

13.2.4                   Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

13.3                   Hardheidsclausule

 

Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.


 

Artikel 14                   Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald onder de naam:

 

Regels van het bestemmingsplan landgoed Roggebotstaete - plan De Voorde (8080).

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente

Dronten, gehouden op 29 januari 2009.

 

 

 

 

 

De griffier,                                                                              De voorzitter,