direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Dronten, Vossemeerdijk 40 (bungalowpark/AZC-locatie) (9120)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0303.9120-0ONH

Artikel 3 Gemengd

 

3. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van:

1.    de opvang van asielzoekers;

2.    recreatieve bewoning;

b.    aanbouwen bij de in lid 3.1. sub a. genoemde gebouwen;

c.    gebouwen ten behoeve van:

1.    onderhoud en beheer;

2.    sanitaire voorzieningen;

d.    de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;

met de daarbij behorende:

e.    wegen, straten en paden;

f.     parkeervoorzieningen;

g.    groenvoorzieningen;

h.    water;

i.      erven en terreinen;

j.      speelvoorzieningen;

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3. 2.       Bouwregels

3. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub a. genoemde gebouwen, gelden de volgende regels:

a.    de oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste 120 m² bedragen;

b.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

d.    het bebouwingspercentage zal ten hoogste 14% van het plangebied bedragen.

3. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub c. genoemde gebouwen, gelden de volgende regels:

a.    de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 100 m² bedragen;

b.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

3. 2. 3. Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub b. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    per gebouw zal ten hoogste één aanbouw worden gebouwd;

b.    de oppervlakte van een aanbouw zal ten hoogste 6 m² bedragen;

c.    de bouwhoogte van een aanbouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

3. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

3. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de natuurlijke en landschappelijke waarden;

b.    een goede waterhuishouding c.q. de waterkerende functie;

c.    de verkeersveiligheid;

d.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 3.2.1. sub a. en toestaan dat de oppervlakte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 240 m², mits:

-       geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het recreatieve karakter van het betreffende recreatiecomplex.

3. 5.       Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van zelfstandige detailhandel;

c.    het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van zelfstandige horeca;

d.    het gebruik van gebouwen voor permanente bewoning.